Economische stabiliteit door afbouw fossiele afhankelijkheid
Groen: Gemak:
Een maatschappij die afhankelijk blijft van fossiele brandstoffen gaat problemen tegemoet door Peak Oil. Dat kan de economie een flinke klap geven of zelfs ontwrichten. Het hele probleem lijkt oplosbaar door de markt niet helemaal de vrije hand te geven.
Keywords: peak oil co2 energie
Wat?
Peak Oil voorspelt de afname in olieproductie, en als onze afhankelijkheid daarvan niet in gelijke mate afneemt dan zullen de energieprijzen flink stijgen. Die afhankelijkheid neemt in werkelijkheid niet af maar juist toe. Daardoor kunnen sterke prijsstijgingen onstaan met heftige economische gevolgen, inclusief economische instabiliteit en alles wat daaruit voortvloeit.
Zelfs al is men zich bewust van Peak Oil, dan nog doet men er vaak niets aan. De marktwerking dicteert immers dat we op prijs moeten optimaliseren, en als we te vroeg of te sterk investeren in duurzame alternatieven dan kan een concurrent de overhand krijgen. Het gevolg is een afwachtende houding, en dus een latere reactie op Peak Oil dan verstandig vanuit een overzichtsstandpunt. Een markt neemt nu eenmaal geen overzichtsstandpunt in, maar optimaliseert in het hier en nu.
De oplossing is simpel: Maak Peak Oil voorspelbaar en voor iedereen gelijk. Dat kan worden gedaan door de beschikbare fossiele brandstoffen op een markt gecontroleerd terug te laten lopen in een vooraf bekendgemaakt tempo. De voorspelbare afname in beschikbare fossiele brandstof zal ervoor zorgen dat de markt erop inspeelt met duurzame alternatieven. Het is een publieke zaak om deze correctie op de kortzichtigheid van de marktwerking door te voeren; het is immers iets waar we allemaal beter van worden, maar waar we individueel niet snel voor kiezen. Een taak voor de overheid dus.
De uitvoering hiervan hoeft niet ingewikkeld te zijn; neem een bepaald jaar als ijkpunt, en verlaag de beschikbare energie elk jaar met een vast percentage van die hoeveelheid zakt. Zo'n 3% zou naar verwachting moeten volstaan om Peak Oil net voor te blijven, en dus te voorkomen dat we overgeleverd worden aan de grillen van de toekomstige energiemarkt. Op basis van deze voorspelbare landelijke consumptiepatronen zou een overheid zelfs afspraken voor levering en prijzen kunnen maken met leveranciers van fossiele brandstoffen; die zijn ook beter af met een voorspelbare afname.
Waarom?
Fossiele brandstoffen raken op; we vinden al sinds 1981 minder nieuwe olie dan we verstoken. In de nabije toekomst zit er onherroepelijk een daling van beschikbare fossiele brandstoffen aan te komen. Maar de vraag naar energie stijgt juist, en dat verschil in vraag en aanbod drijft de prijs alleen maar op. Het minder rekenen op fossiele brandstoffen is dus een verstandige overlevingsstrategie voor de landen die ze consumeren.
Fossiele brandstoffen zijn bovendien rechtstreeks gerelateerd aan CO2-uitstoot. Alle niet-fossiele brandstoffen zijn cyclisch, dat wil zeggen dat er bij verbranding CO2 vrijkomt die even later wordt gebonden voor de volgende lading niet-fossiele brandstof. Voor fossiele brandstoffen worden koolwaterstoffen uit de grond gehaald die bij verbranding nieuwe CO2 in de atmosfeer brengen. Dit gebeurt via allerlei omwegen, maar vroeg of laat eindigt alle koolstof uit fossiele brandstoffen als CO2 in de atmosfeer.
Behalve de eindigheid van fossiele brandstoffen en de milieuproblemen door uitstoot van CO2 is er ook een politiek punt; landen die rijk zijn aan fossiele brandstoffen hebben doorgaans voldoende middelen beschikbaar om de bevolking tevreden te houden, zelfs bij afwezigheid van een regering die volwassen is op gebieden zoals mensenrechten. Het is niet ideaal om die onvolwassenheid in stand te houden door geld in zo'n land te steken.
Ook op de interne markt van een land speelt een politiek/sociaal punt, namelijk dat de marktwerking bij stijgende prijzen selecteert tussen sterke en zwakke partijen. Denk aan kwetsbare bedrijven die failliet kunnen gaan door gestegen energiekosten, met alle gevolgen die dat heeft voor de werkgelegenheid. Maar denk ook aan de minder bedeelden die de verwarming van hun huis als een loden last gaan voelen. De instabiliteit die voortkomt uit een vrije maar instabiele markt heeft veel onwenselijke gevolgen die een vooruitziend landsbestuur zou moeten vermijden.
Hoe?
Peak Oil zorgt voor een daling in de beschikbare olie van 2% tot 3%, aldus de autoriteit op dit gebied, dr. Colin Campbell. Het is verstandig om Peak Oil voor te blijven door zelf te kiezen voor een daling die net iets sneller gaat dan Peak Oil zelf, dus zo'n 3% per jaar. En omdat we beter van alle fossiele brandstoffen af kunnen, is het adviseerbaar dit percentage niet alleen op olie toe te passen, maar ook op andere fossiele brandstoffen: gas, steenkool, uranium.
De klimaatdoelen van Nederland houden in dat we in 2020 ten opzichte van 1990 de uitstoot van CO2 met 30% willen terugdringen; dat kan door het aanbod van fossiele energie op de markt met datzelfde percentage te verlagen. Als dat geschiedt met een tempo van 3% per jaar dan is er in 2010 dus 100% beschikbaar van de fossiele brandstof die is verbruikt in 1990. En elk jaar krijgt de markt 3% van die hoeveelheid minder ter beschikking. Daarmee is het gewenste percentage automatisch bereikt in 2020, en daalt het door tot april 2044, als de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen tot nul is gedaald.
De opwarming van de Aarde moet gestopt worden, en dat zou haalbaar moeten zijn met dit tempo van terugschroeven van fossiele afhankelijkheid. Die houdt de algehele opwarming onder de magische grens van 2 graden, waardoor wordt voorkomen dat de opwarming zichzelf versnelt, als ware het een lawine -- waarvan algemeen wordt aangenomen dat het onomkeerbare schade zou berokkenen aan onze woonomgeving.
De voorspelbaarheid van deze afname maakt het in hoge mate berekenbaar, en dus planbaar, hoe afzonderlijke marktpartijen met hun energie dienen om te gaan. Bovendien is het voor de hele interne markt gelijk, dus er ontstaat geen ongelijkheid tussen partijen of verschillen interpretatie met de casino-achtige effecten die dat kan geven. Integendeel, het hele energiebeleid stabiliseert en rationaliseert. Natuurlijk moet wel een correctie tussen interne en externe markt worden doorgevoerd, om te voorkomen dat energievretende processen in andere landen worden ondergebracht, of dat de externe markt de interne zou overspoelen met anders geprijsde producten.
Een extra kans om de stabiliteit te bevorderen is nu ook dat leveranciers van fossiele brandstoffen kunnen intekenen op een contract dat de hoeveelheden levert tot en met de laatste druppel die op de interne markt ter beschikking wordt gesteld. Gezien de lange termijn zal zo'n contract vermoedelijk geen prijs in dollars of euro's bedingen maar in goud, dat al heel lang gelijke tred houdt met de prijs van olie.
Door de hoeveelheid olie op de interne markt te reguleren ontstaat een lokale olieprijs. Die zal stijgen wanneer te weinig wordt overgegaan op duurzame alternatieven, of dalen wanneer te sterk wordt overgegaan. Wat dit inhoudt is dat de marktwerking zal zorgen voor een geleidelijke overgang op duurzame energievormen, in precies het voorgestelde tempo. Door de extra kosten voor deze overstap te bekostigen met middelen die zo'n overstap neutraal maken (zoals het wegnemen van de onrendabele top) is het bovendien voor elke partij haalbaar en realistisch om zo'n overstap te maken. Zulke faciliteiten dienen dan ook gedurende de hele overstaptijd beschikbaar te worden gesteld.
Waar?
- De invalshoek van de producent van fossiele brandstoffen.
- De noodzaak om af te koppelen van Peak Oil.
- De klimaatdoelen voor Nederland.