Katoen ruimt het veld
Groen: Gemak:
Veel van onze kleding en andere stoffen voorwerpen zijn gemaakt van katoen. Helaas zit de katoenindustrie zichzelf in toenemende mate in de weg. Het is een helder voorbeeld van de noodzaak om met de natuur te werken, en niet ertegenin.
Keywords: woonwerk biologisch
Wat?
We omringen ons met producten op basis van katoen. Letterlijk in de vorm van kleding, maar ook lakens, doeken en stoelbekleding zijn vaak gemaakt van dit sterke materiaal.
Er is een opgaande trend in biologisch katoen, en niet zonder reden. Net als de niet-biologische teelt van gewassen zichzelf in de weg zit, is dat ook het geval met de katoenteelt. Het is een uitstekend idee om in plaats van standaardkatoen biologisch katoen te kopen.
Ook is het een goed idee om andere materialen te gebruiken voor deze doeleinden; door de industrialisatie hebben we een sterke neiging om slechts een enkele soort stof te dragen, maar er is natuurlijk veel meer mogelijk. Vezelrijke gewassen kunnen daarvoor zorgen, bijvoorbeeld vlas, hennep, brandnetels en bamboe.
Van vlas maak je linnen, dus dat is nog wel een bekende stof. Hennep levert een stugge stof op, bijvoorbeeld geschikt voor spijkerbroeken. Overigens is het vezelrijke ras van hennep ongeschikt voor de productie van verdovende middelen. Brandnetels leveren een zijdezachte stof. Ook bamboe wordt geroemd om de zachtheid, en heeft bovendien anti-bacteriele eigenschappen en het kan prima vocht opnemen. Het is dus een heel geschikt alternatief voor handdoeken en badjassen. Deze alternatieve materialen worden doorgaans gekweekt op (min of meer) biologische wijze, en soms verwerkt in combinatie met (biologisch) katoen. Dat levert dus kleding met veel minder milieugevolgen.
Waarom?
De katoenproductie lijdt onder dezelfde problemen als alle andere massaal verbouwde gewassen: er staat heel veel van bij elkaar, dus het trekt de natuurlijke belagers aan. Bovendien heeft zo'n "monocultuur" het nadeel dat alle planten op dezelfde diepte zoeken naar hetzelfde voedsel, terwijl het ook allemaal dezelfde afvalstoffen uitscheidt.
Doordat velden vol katoenplantjes niet in symbiose met andere planten leven moeten alle voedingsmiddelen door de boer worden aangebracht in de vorm van (kunst)mest. Kunstmest lost snel op in water en lekt weg naar het grondwater, waar een stikstofoverschot ontstaat, met vele gevolgen voor het milieu.
Door de hoge concentratie van hetzelfde ras op een veld ontstaat een ware magneet voor de insecten die zich voeden met zo'n gewas. En katoen heeft beslist zulke insecten. Door het gebruik van kunstmest schieten de planten bovendien onnatuurlijk snel op, waardoor ze zwakker zijn en juist ten prooi vallen aan zulke insecten. Daarom moet er flink met gif worden gesproeid.
De massaliteit van de katoenteelt is echter zo enorm dat er altijd wel ergens een insect is dat immuun raakt voor dit gif, en zo'n insect zal vroeg of laat ook andere velden gaan bevolken. Er is dus steeds meer gif nodig. Dit maakt de katoenteelt voor steeds meer boeren onbetaalbaar, om nog maar te spreken van de gezondheidsproblemen door al dat gif -- katoen is geen voedingsmiddel!
Om deze reden is het een prima idee om biologisch te telen, waarbij de natuur op haar eigen termen wordt gebruikt. Die teelwijze is een stuk meer kennisintensief, maar leidt wel tot een situatie waarin met de natuur wordt gewerkt, in plaats van ertegenin.
Hoe?
Gebruik de volgende materialen als het enigszins mogelijk is, en vraag er actief naar in kledingzaken:
- biologisch in plaats van industrieel katoen
- linnen
- brandnetel
- bamboe
Veel van deze materialen worden verkocht via online winkels. Als het dus niet te krijgen is in lokale winkels, zoek dan eens naar een gespecialiseerd online/postorderbedrijf.
Waar?
- LandgoedLinnen geeft uitleg over de productie van linnen.
- Brennels produceert kleding van brandnetelvezels -- overigens wel gekweekt met behulp van kunstmest.
- Santens produceert zachte bamboekleding; Mobboa verkoopt deze en andere bamboeproducten per stuk in heel Europa.